1996, de eerste Tsjetsjeense oorlog. Een psychiatrische inrichting vlakbij de grens, op een kruispunt van de oorlogsconflicten. Hier leven Janna en de overige bewoners onwetend van de conflicten in de buitenwereld. Ze zijn verbijsterd als de trein die iedere nacht aan hen voorbijtrekt, dit keer niet langskomt. De volgende ochtend is het medisch personeel vertrokken. Chaos breekt uit: sommigen besluiten te vertrekken, maar het geluid van bommen doet hen terugkeren naar wat ze inmiddels als thuis ervaren. Janna leeft in een droomwereld, speelt op haar accordeon en droomt van de Amerikaanse popster Bryan Adams, haar 'verloofde'. Wanneer een groep soldaten de inrichting bezet, wordt Janna verliefd op een van hen. De oorlog komt steeds dichterbij. Janna rest alleen nog maar muziek maken en bidden dat de vrede weerkeert.De grillige, in Amerika wonende Rus Konchalovsky heeft een intrigerend portret geschetst van een politiek actuele en beladen situatie. Met liefde schildert hij het rijke scala aan personages, zonder direct een moreel oordeel te vellen. Konchalovsky is erin geslaagd het zware onderwerp met een zekere lichtvoetigheid neer te zetten en tegelijkertijd de valkuilen van de karikatuur of het sentiment te ontlopen. Daarnaast heeft hij de volstrekte vreemde eend Bryan Adams in de bijt van een RussischTsjetjeens grensdorp weten te plaatsen.